Skip to content

#63 Het vinkje kan worden gezet

7 juni 2024

Ooit woonde ik in Nijmegen. Toen ik vier werd kreeg ik daar een blikken trommel met houten stokken. Daarmee was ik de koning te rijk. Ook al herinner ik me nog goed hoe onhandig en steeds scheefzakkend dat ding voor mijn buik bungelde.
Ondanks de potentie die ik als slagwerker ongetwijfeld gehad moet hebben, werd er niemand blij van mijn spel, ook buren verderop in het blok niet: “kan dat lawaai nu zijn afgelopen?!”.
Mijn speelmogelijkheden werden zo beknot dat ik mijn toevlucht zocht op het speelplein van het tegenover ons gelegen schoolgebouw. Met buurtvriendjes vormde ik daar mijn huis-, tuin-, en keukenspullen drumband.

Op dat schoolplein raakte mijn liefde voor het trommelen in een mega stroomversnelling toen tijdens de zomervakantie in die school Amerikaanse troepen werden ondergebracht die aan de Vierdaagse deelnamen. Vanuit mijn slaapkamerraam had ik zicht op de school en het schoolplein en uiteraard kon ik alles heel goed horen. Nou was dat wandelfeest toch al een enorme happening van marcherende troepen en muziekkorpsen, die Amerikanen maakten er helemaal een beste show van. In het holst van de nacht kwamen de soldaten tevoorschijn om in alle vroegte aan de start te kunnen verschijnen. Dan werd er al royaal muziek gemaakt, hetgeen weer verder ging als ze in de loop van de middag terug naar de school keerden. Die was, inclusief het schoolplein, een week lang één groot legerkamp. Wij, als jongetjes waren er niet weg te slaan. Stoere soldaten, blitse pakken, allerlei lekkernijen en bovenal, die fantastische glimmende zilveren trommels en andere muziekinstrumenten. Ik heb kans gezien het plein binnen te sluipen en mocht zo maar even op zo’n trommel slaan. Nooit zal ik die eerste keer vergeten van het verende effect van zo’n trommelslag, dat mijn blikkentrommel natuurlijk van geen kanten had. Net zomin als de resonantie van de snaren op het ondervel. Mens, zo moest het klinken. Dat was het. Ik had werkelijk verdriet als die soldaten weer vertrokken waren en ik een jaar lang op het volgende feest zou moeten wachten.

Maar m’n belangstelling was gewekt en die is eigenlijk nooit meer overgegaan.
In plaats van het blikken speeltuig begon ik nu zelf trommels te vervaardigen van pannen, blikken of wat ook en spande daar zo goed en zo kwaad als ’t ging papier overheen. Op enig moment kreeg ik ook echte trommelstokken. Uit een klein muziekwinkeltje aan de Van Broekhuijsenstraat, niet ver bij ons vandaan. Met buurtvriendjes vormde ik mijn eerste echte bandje. Met ukeleles, een theekistbas en mijn drumstelletje. Ons repertoire bestond uit hits als Little Banjo Man (van Jan & Kjelt) en Hou je echt nog van mij, Rocking Billy? van Ria Valk.

Sweet memories, overgenomen uit mijn boek ‘Kermis vieren is een bilslag waard’. Maar het gaat me hier eigenlijk helemaal niet om dat drummen. Dat ik inderdaad ben blijven doen totdat ik recentelijk mijn drumstel verkocht; op een appartement-acht-hoog kan je daar niet zo veel meer mee.
Het verhaal was vanwege de aparte relatie die daar ontstond met de Vierdaagse. Al meer dan vijftig jaar weg uit Nijmegen behield dat wandelfeest voor mij een bijzondere betekenis, al had dat niets met wandelen te maken. Aan die Vierdaagse kleefde voor mij het avontuur, de toegang tot ongekende nieuwe mogelijkheden.
Ik ben geen wandelaar, hooguit een beetje met de hond, maar op mijn cv is dat een oningevuld vakje gebleven.
Nu, zo vele jaren later, in Apeldoorn neergestreken, blijkt er hier ook een wandelvierdaagse. De Apeldoorns editie. Ook met een eerbiedwaardige historie.
Na een aantal uitvoerige wandelproeven in de ons omringende bossen, heb ik mij voor deelname aangemeld en is het volgende maand zo ver. Ik ga een vierdaagse doen! Goed, niet de echte, maar een soort van, ook vele kilometers, ook vier dagen achtereen.
Eindelijk, dat vinkje kan worden gezet. Althans .., als ik het er goed vanaf breng.

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top