#53 Mijn wonder van Apeldoorn
27 november 2023
Het hoogtepunt van mijn verder bepaald bescheiden jazzpianistencarrière beleefde ik ongetwijfeld in Apeldoorn. Gespeeld in het plaatselijke theater, in kroegjes, op festivals en af en toe op een partijtje voor het een of ander. Zo stond de band waarvan ik deel uitmaakte ooit tijdens een personeelsfeest in het voorprogramma van een concert met het Trio Louis van Dijk. Ik zat dus achter de vleugel die straks door de grote meester zou worden beroerd. Dat speelde op voorhand al niet prettig en de wetenschap dat het trio ook al in de zaal was en mij dus moest kunnen horen, droeg niet bij aan mijn gemoedsrust. Ik vond mij zelf dan ook verkrampt spelen, mij verschuilend achter een paar clichés die ik wel enigszins in de vingers had. Toen het klaar was, nou komt het, ik het trappetje af ging en Van Dijk mij opwachtte om het podium op te gaan, sprak hij ‘goed gedaan man, lekker gespeeld, vooral in F deed je steeds een paar toffe dingen’. Dat waren dus vast die clichés, maar wat deed het ertoe. In verwarring bleef ik achter, meende hij dat nou? Of waren dat professionele beleefdheden. Hoe vaak zal hij niet met van die muzikale sukkelaars te maken hebben gehad. Maar van binnen juichte het in me, de grote Louis had het tof gevonden. Dat zei hij toch?! Dat moment moest ik arresteren, die avond zou een mijlpaal zijn, de plaats van het gebeurde zou voor mij van extra betekenis blijven.
Maar wat een droeve vertoning is dat nu, veertig jaar later.
Ingegooide ruiten waar er maar in te gooien valt, ongebreideld groeiend onkruid, bouwhekken die hun beschermende taken zijn gaan verzaken, de aanblik van een kolossaal kantoorkrot.
Ik schrijf over het voormalige hoofdkantoor van Centraal Beheer. Even Apeldoorn bellen. Doe maar niet, er is daar niemand meer. Althans niet op die plek.
Sinds 1972 het nieuwe gezicht van de stad. De Apenrots, verguist of bewonderd. Foeilelijk of inspirerend voorbeeld van nieuw denken. Een iconisch concept, architectonische trekpleister voor de wereld van de kantoorontwerpers. Alleen daarom wilde je daar al werken, vanwege het uitdagende concept. Of juist niet, een kantoortuin? Kom nou toch.
Architect Herman Hertzberger tekende voor een kantoorgebouw dat aan zo’n 1.000 medewerkers onderdak moest bieden. Hij meende dat alle verworvenheden uit de jaren ’60 ook in de architectuur vertaald moesten worden. Breken met oude conventies, op zoek naar individuele ontplooiing van de mens waarbij een gebouw vooral faciliterend moest zijn in plaats van beperkend of sturend. Zo maakte hij een ontwerp dat tot in het verre buitenland de aandacht trok en waarover gepraat en geschreven werd. Apeldoorn had nu naast het Loo het Centraal Beheer-gebouw!
Dat was de plek, tijdens dat personeelsfeest, waarin ik die tempel dus niet alleen voor het eerst van binnen zag, maar er tegelijk een bijzondere herinnering aan mocht verbinden.
Na 50 jaar is er niets over van dat markante bouwwerk nabij het centrum. Een bouwval die ruim tien jaar na het vertrek van Centraal Beheer nog steeds geen nieuwe bestemming heeft. Ja, het terrein is intussen omgedoopt tot Hertzberger Park en er zijn intussen verschillende studies op losgelaten om er iets mooi nieuws van te maken. Maar de projectontwikkelaar die er ten leste mee aan de gang zou gaan, werd dit najaar failliet verklaard. Nog even geen nieuwe Apenrots dus. Het Loo hoeft voorlopig nog geen nieuwe concurrent te duchten, hooguit de naastgelegen Apenheul, maar die heeft toch echt veel minder iconische rotsen.
Mijn ‘wonder van Apeldoorn’ is veranderd in een dramatisch decor van wat ooit zo mooi begon. Een aardig filmpje uit 1978 voor het tv-programma ‘Van gewest tot gewest’ (zie hieronder) toont iets van de oorspronkelijke ambities. Creativiteit en inspiratie zijn van alle tijden, er zijn vast weer nieuwe Hertzbergers, zoals er zich ook vele nieuwe pianisten zijn, om elkaar weer opnieuw te inspireren.
Het CB-gebouw was daarvoor in elk geval een heel geschikt onderdak.
Comments (0)