Lelijke eendjes

# 9 – 10 mei 2021

Saabs auto-avontuur begon kort na WOII vanuit de vliegtuigfabriek in Linköping te Zweden. Zonder specifieke auto-kennis ontwikkelde een team van zestien personen een prototype, de ‘Ursaab’. Het had een uitgesproken druppelvorm, meer nog dan de Volkswagen Kever, meer in de richting van de eerste Porsches.
Het model kwam – als type ‘92’ – in 1949 op de markt. Een heel eigenwijs ding, met een driecilinder tweetactmotor, mengsmering dus, zoals bij bromfietsen. Daar stond je dan aan die aparte pomp, tussen de brommers, met je destijds echt dure automobiel.
Dat reed ook nog eens heel eigenaardig, liet je het gas los dan verbrak de aandrijving, je reed dan in de zgn. free wheel stand. Een aparte ervaring die best gewenning vroeg.
Aanvankelijk was de auto alleen leverbaar in de kleur donkergroen. Men zei omdat Saab nog met grote hoeveelheden legergroene verf voor zijn gevechtsvliegtuigen zat. Maar ook nadien hield men vast aan weinig aansprekende varianten groen. Onder andere te zien in het Saab Car Museum te Trollhättan.
In 1980 viel het doek voor dit bijzondere model. Inclusief zijn opvolger, type 96, behoorde hij samen met de Kever en de 2CV tot de langst in productie geweest zijnde automodellen.
In ‘Het meisje met de paardenstaasrt’ krijgt de hoofdpersoon de beschikking over zo’n type 96. Inderdaad ook in die vieze groene kleur. Maar een beste auto was het, zelfs nu nog. Vraag het de leden van de Saab Classics Vereniging!