Skip to content

#69 demografische verandering

23 september 2024
Een nieuwtje van afgelopen maand: Nederland telt 18 miljoen inwoners.
Nou ja nieuws, in elk geval is een mijlpaal gepasseerd.
Is dat nu veel en wat verder daarvan te vinden?
Vooropgesteld dat dit slechts een momentopname is. Op de website van het CBS is een bevolkingsteller te vinden die dagelijks bijhoudt met z’n hoe velen we zijn. De teller staat at this very moment op 18.026.170. Vier regels verder in dit stukje zal hij alweer anders staan.
Halthouden bij precies 18 miljoen is dus van weinig betekenis. Het vraagstuk lag een jaar geleden niet wezenlijk anders, net zomin als dat volgend jaar het geval is.

Kunnen we dat aan, met 18 miljoen samen leven op 41.850 km2 ?
Kennelijk lukt het nog steeds ons hier met z’n allen te redden. Niet altijd even simpel, het vraagt permanent inschuiven, aanpassen, bijstellen en rekening houden met. Zoals dat al eeuwen een vraagstuk was bij een groeiende bevolking.

Vanaf 1795 wordt er min of meer planmatig geteld – de teller stond toen op iets meer dan twee miljoen inwoners. Ook toen vond men het druk: droeg wel iedereen bij aan de collectieve lasten? In steden was er grote behoefte aan woonruimte, ziekte en epidemieën waren slecht te bestrijden, er waren gewoon te veel mensen.
Rond 1850 telde ons land een kleine drie miljoen inwoners. Interessant is een publicatie van Jan Adriaan Joost Sloet tot Oldhuis, district-commissaris van de Midden-Veluwe uit 1848 waarin hij schrijft ‘dat wel wordt beweerd dat wij eene overbevolking hebben en met genoegen scheepsladingen onzer ingezetenen, onder welke vele behoeftigen, naar vreemde oorden zien verhuizen’. Hij heeft het dan over de Veluwe, een uitgesproken dunbevolkt deel van het toenmalige Nederland. Maar de armoede op de schrale zandgronden was groot en elke mond was er één die gevoed moest worden.
In 1900 telde Nederland ruim vijf miljoen inwoners. In 1950 was dat aantal verdubbeld tot tien miljoen inwoners. In de troonrede van dat jaar stond ‘dat de sterke bevolkingsgroei en de beperktheid van de beschikbare grond een krachtige bevordering der emigratie blijven eisen’.
In de Troonrede van 1979 is zelfs te lezen: ‘Ons land is vol, ten dele overvol’. De teller stond toen op bijna 14 miljoen inwoners.
Ook voor politicus Hans Janmaat gold in die tijd “vol = vol / eigen volk eerst” als verkiezingsspeerpunt. Ook Pim Fortuyn zei daarover begin 2002 in een interview met de Volkskrant dat Nederland met zestien miljoen inwoners vol was en dat er wat hem betreft geen enkele (“nul”) asielzoeker meer toegelaten werd.

Niets nieuws onder de zon, eens in de zoveel tijd popt het vol=vol-geluid op, daarna verlegt de aandacht zich weer naar andere speerpunten in de politiek. Door de tijden heen ziet men in elk geval kans om de grote issues beter afgestemd te krijgen op de bevolkingsgroei – zij het bijna steeds achteraf en bij wijze van inhaalslag. Maar de knelpuntonderwerpen blijven steeds dezelfde: woningnood, gezondheidszorg, mobiliteit, sociale zekerheid en ja, immigratie.

Valt er iets vooruit te blikken?
Bevolkingsontwikkelingen voltrekken zich niet van het ene op het andere jaar. Die gaan langzaam en zijn redelijk goed voorspelbaar. Er is enorm veel en gedetailleerde informatie over de demografische ontwikkeling. De levensverwachting is gestegen, het geboortecijfer is gedaald, er zijn meer alleenstaanden, de gezinnen worden kleiner. Door de natuurlijke aanwas (geboorte minus sterfte) neemt de bevolking af. Door immigratie is er toch sprake van bevolkingsgroei.
Naar berekening van het CBS bereikt het inwonertal in 2036 de 19 miljoen. De bevolking groeit vooral door immigratie en een stijgende levensverwachting. Om met het Nidi (Netherlands Interdisciplinary Demographic Institute) te spreken: Nederland wordt drukker, diverser en grijzer.

Intussen mogen we vaststellen dat er door de decennia heen op de knelpuntonderwerpen steeds enorme stappen zijn gezet en we uiteindelijk een heel eind in staat blijken het land voor 18 miljoen inwoners te accomoderen. Al is dat nooit klaar.
Daarover in de paniek te schieten is verre van productief, en het roer vanuit die emotie omgooien is even willekeurig als kortzichtig. Gevaarlijk populisme. De gewenste bevolkingsomvang wordt ingegeven door wat we met elkaar aankunnen. Dat vraagt inzicht en planning, een samenhangende visie op meerdere terreinen.
Dat is wat we van goed bestuur mogen verwachten.

En met hoe velen we zijn kan geen verrassing zijn: de teller staat intussen op 18.026.187.

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top