Skip to content

#88 Oerend hard

28 juni 2025

De TT in Assen viert zijn 100-jarig bestaan. Recht op het predicaat ‘Koninklijk’. De eerste versie ging van Rolde, via Borger en Schoonlo, langs Grollo weer terug naar Rolde. Een rondje van ruim 28 km. Van wegrace werd het in 1955 een circuitrace, inderdaad, vanaf dat moment ook echt op Assens grondgebied. Eén rondje telt nu nog slechts 4,5 km. Op de snelweg naar Groningen rijd je er vlak langs. Daar is nu de ‘Cathedral of Speed’. Ter hoogte van de racebaan staan twee kolossale Stonehenge-achtige T’s in de berm en ver op de achtergrond zie je nog net wat bij de racebaan behorende gebouwen. Dit weekend is het weer zo ver, dan is daar de MotoGP van Nederland.

Heb ik wat met motorraces of überhaupt met motoren? Niet echt. Ooit op het TT-circuit een paar bloedstollend snelle rondjes mee mogen rijden in een vier wielen tellende BMW. Was mooi zat. Jaren daarvoor niet minder bloedstollende avonturen beleefd op inderdaad een BMW-tweewieler. In Den Haag was dat, maar wel als mee-rijder. Achterop dus. Ik kon me nooit aan de indruk onttrekken dat mijn chauffeuse maar één doel had en dat was mij er door haar ongeremde rijstijl vanaf te rijden. Hetgeen alleen maar averechts werkte: ik wist niet anders dan haar nog steviger te omklemmen. Echt aantrekkelijk was dat voor haar uiteindelijk toch niet en al snel zag zij uit naar gezelschap met wat meer branie.
Einde van mijn motoravonturen.

Wat daarbij al helemaal niet hielp waren alle blokkades die werden opgeworpen als ik weer eens aangaf een motorrijbewijs te begeren. Kwam niets van in en als ik dat brevet ooit al zou halen, dan nog, een motor kwam er niet in. Da’s eigenlijk nog steeds zo, ondanks mijn begerige blikken naar Ducati’s, Suzuki’s, Nortons en Triumphs.
Die misgelopen liefde gaat al terug op de tijd dat ik heimelijk sleutelde aan mijn voor vijftien gulden aangeschafte Kaptein Mobylette. Een lelijk rood gekwast exemplaar dat grijs hoorde te zijn, met het bekende hoekige benzinetankje onder het zadel. Een meisjesbrommer was het, nauwelijks hoger op de statusladder dan een Solex. Af en toe wist ik ‘m zo waar aan de praat te krijgen, maar iedereen in mijn omgeving deed er alles aan mij te verhinderen er dan ook mee te gaan rijden. Te gevaarlijk. En voor anderen te bespottelijk.
Al met al, het is nooit wat geworden tussen gemotoriseerde tweewielers en mij.

Honderd jaar TT verdient toch de aandacht, vind ik. Een weekend van leer, lawaai en stank. Dat vloekt in vele opzichten met onze collectieve schaamtes over van alles en nog wat.
Maar één keertje in het jaar moet het kunnen. O ja, en straks ook nog Zandvoort, met vierwielers. Ook dat hoort niet. Af en toe toch even oerend hard. Lekker, even luchten. Daarna gaan we heus weer 100. Ja, ik ook.

Comments (0)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top